Voorstanders van kernenergie pleiten er wel eens voor om “heel Nederland vol te zetten met kernreactoren”. Maar wat komt er eigenlijk bij kijken om een geschikte locatie voor een kernreactor te vinden in Nederland? Het vinden van een geschikte plaats kan je bijna vergelijken met het uitkopen van een veehouderij om de stikstofdepositie te verminderen. Kortgezegd, veel tegenstand en regels, geen makkelijke klus. Er zijn veel eisen voor het plaatsen van kerncentrales en voor het openhouden van locaties van nieuwe centrales heeft de overheid in het verleden zogenaamde waarborglocaties gekozen. Dit houdt in dat op deze locaties ruimtelijke ontwikkeling geen belemmering mag vormen voor de bouw van kerncentrales. Momenteel zijn dit de locaties Borssele en Maasvlakte I, aldus de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming.
Borssele
Recentelijk werd bekend dat het Kabinet verlangt om de twee nieuwe kerncentrales in Borssele neer te zetten. Op dit terrein bevindt zich momenteel de enige kerncentrale van Nederland (voor elektriciteitsproductie althans), die wordt uitgebaat door EPZ. De Maasvlakte is nog niet uitgesloten als locatie maar wordt door het kabinet als minder gunstig beschouwd vanwege beperktere bouwruimte. Op dit moment loopt er een onderzoek naar de effecten van een kerncentrale op de omgeving van de Maasvlakte. Het Kabinet verwacht dat er op z’n vroegst eind 2024 een definitieve beslissing gemaakt zal worden over de locatie.
Op advies van de marktconsultatie van KPMG spreekt men dan waarschijnlijk van twee Generatie III+ lichtwaterreactoren. Het idee hierachter is dat een bewezen en gestandaardiseerd ontwerp wordt gebruikt om daarmee vertragingen en budget overschrijdingen te voorkomen. Veel provincies geven echter aan meer interesse te hebben in toekomstige technologie zoals de Small Modular Reactors, conventionele reactoren maar dan kleiner met een kortere opleveringstijd, of de Molten Salt Reactor, die Thorium als brandstof gebruikt.
Locatievoorwaarden
Voor het plaatsen van een kerncentrale is een grote hoeveelheid water, ten behoeve van koeling voor de reactor, noodzakelijk. Daarom worden kerncentrales vaak bij rivieren of aan zee geplaatst. Daarnaast moet het koelwater niet een te hoge temperatuur hebben, dit vermindert het vermogen van de installatie om de geproduceerde warmte om te zetten in elektriciteit en is dus van invloed op de efficiëntie. Door klimaatverandering warmt het oppervlakte steeds meer op waardoor deze voorwaarde steeds lastiger wordt. Eveneens geldt dit voor de grote rivieren in Nederland. Daarmee lijkt een locatie aan zee het meeste kansen te bieden voor een inpassing.
Een andere mogelijkheid is om zogenaamde “small modular reactors” (SMR’s) te plaatsen op locaties van voormalige kolencentrales. Het voordeel van deze locaties is dat hier al toegang tot koelwater aanwezig is. Daarmee zou in feite een kerncentrale een kolencentrale vervangen. Wat een schonere bron van energie is. Vanuit een marktconsultatie van KPMG vloeide echter de verwachting voort dat in deze regio’s geen maatschappelijk draagvlak is voor deze plannen.
Overigens zouden kerncentrales ook òp zee gezet kunnen worden, op een zogenaamde ‘floating rig”. De voordelen hiervan zijn de het platform in een land geproduceerd kan worden waar productie goedkoper is en de reactor, die zich in het vlot bevindt, ver verwijderd is van bewoond gebied. Echter is deze technologie nog niet ontwikkeld en bij lange na niet voor 2035 te realiseren, wanneer de twee nieuwe kerncentrales opgeleverd zouden moeten worden.
Daarnaast is voor het plaatsen van een grote kerncentrale genoeg vrije capaciteit op het net nodig. Voor het plaatsen van een extra kerncentrale in Borssele zal voldoende ruimte zijn op het net door de geplande uitbreiding naar West-Brabant. Dit legt echter wel druk op de netbeheerder, Tennet, dit project tijdig af te krijgen. Daarom geeft deze aan de voorkeur te hebben voor de Maasvlakte gezien deze locatie al beschikt over de nodige netinfrastructuur.
Andere voorwaarden voor de locatie zijn:
– mogelijkheid voor de tijdelijke opslag van radioactief materiaal,
– het risico op natuurlijke rampen moet laag zijn,
– er is aansluiting op infrastructuur voor veilig transport van radioactief materiaal,
– de impact op beschermde natuurgebieden, de kwaliteit van de bodem en water moet gering zijn,
– binnen een straal van vijf kilometer mogen geen dichtbevolkte gebieden mogen liggen.
Mogelijk zou deze straal voor SMR’s vermindert kunnen worden naar ~400m. De straal van vijf kilometer levert namelijk ook een grote beperking op voor ruimtelijke ontwikkeling in de toekomst, gezien een kerncentrale gebouwd wordt om meer dan 60 jaar operationeel te zijn.
Een tegenargument om Borssele als locatie te kiezen, gepresenteerd door Witteveen+Bos, is dat de netcapaciteit aan de kust beter gebruikt kan worden om ruimte te bieden voor windmolens in de Noordzee. Zij stellen voor kerncentrales aan grens te zetten bij Duitsland. Vanwege het gebrek aan maatschappelijk draagvlak en koelwater is het bouwen van grote kerncentrales daar nog niet realistisch. In de toekomst zou het plaatsen van SMR’s misschien wel een optie zijn, gezien deze minder koelwater vereisen, onder de voorwaarde dat het maatschappelijk draagvlak daar verbetert.
Als conclusie kan men stellen dat de nieuwe grote kernreactoren waarschijnlijk in Borssele geplaatst zullen worden maar dat de Maasvlakte niet volledig uitgesloten is. Dit zal gaan om bewezen generatie III+ lichtwaterreactoren. Op andere locaties hoeven we nog geen kernreactoren te verwachten.
Lees ook ons andere artikel: Ontzilting van zeewater met behulp van kernenergie.